Training van installateurs volgens EN 1591-4

De bedrijfsvoering stilleggen vanwege een lek in een flensverbinding is de nachtmerrie van elke fabrieksexploitant.

In raffinaderijen, chemische en andere fabrieken worden de oorzaken van het falen van flensverbindingen langdurig onderzocht. De volgende tabel is het resultaat van deze onderzoeken.

Uit het bovenstaande blijkt dat tot 50% van de oorzaken van lekkage te wijten is aan onjuiste installatie. Dit is vaak te wijten aan stereotype procedures op basis van ervaring met asbestafdichtingen.

Het belangrijkste doel van de EN 1591-4 training is om installateurs een goed begrip te geven van de interactie tussen de verschillende onderdelen van een flensverbinding.

De basiskwalificatie van EN 1591-4 bevat 27 onderwerpen die kunnen worden onderverdeeld in ongeveer 4 gebieden.

1. Afdichtingsmaterialen en hun eigenschappen, lekkageklassen, vervorming van afdichtingen tijdens installatie, enz.
2. Bevestigingsmiddelen, krachtoverbrenging in de boutverbinding, smering en het effect daarvan op het aandraaien.
3. Aanhaalprocedures, registraties, protocollen.
4. Aanhaalgereedschap, aanhaalmethoden, werkveiligheid, lekdetectie.

Het doel is om het werk van de flensverbindingsmonteur op het niveau van de lasser te brengen.

De eigenlijke opleiding en het eindexamen omvatten zowel theoretische als praktische onderdelen. De geldigheidsduur van het opleidingscertificaat is 5 jaar. Verlenging is mogelijk op basis van een examen of door opnieuw te slagen voor de gehele opleiding, zie. EN 1591-4 hoofdstuk 12.2.

De meest voorkomende argumenten tegen het nut van deze training die we tegenkomen verwijzen naar jarenlange ervaring en gevestigde praktijken.

We hebben geen kritieke verbindingen, we zijn geen chemische fabriek of raffinaderij. We hebben geen training nodig voor onze toepassingen, onze installateurs hebben het altijd gedaan, we doen het al jaren op dezelfde manier, we hebben geen lekkages, etc."_

Vanuit een assemblageperspectief maakt het niet uit of het om een kritieke flensverbinding of een routinetoepassing gaat. Zelfs verbindingen met lage parameters kunnen kritisch zijn vanuit operationeel oogpunt.

De huidige standaarden voor ontwerp en berekening van afdichtingen zijn gebaseerd op normen die meer dan 30 jaar oud zijn en in sommige opzichten verwijzen naar asbestafdichtingen. De nieuw gebruikte afdichtingsmiddelen die het asbest hebben vervangen, hebben echter totaal andere eigenschappen en daarom moeten er andere installatieprocedures en -methoden op worden toegepast.

Het is gebruikelijk om het afdichtingsmiddel, een slagmoersleutel en een hamer van de juiste maat in handen van de installateur te geven. Er kan in deze gevallen geen sprake zijn van aanhaalmomenten.

Dankzij hun ervaring zullen de installateurs het in de meeste gevallen aankunnen. De flensverbinding zal dus uiteindelijk de druktest doorstaan. Maar is hij goed aangedraaid zodat hij soepel kan werken, zelfs bij de bedrijfsparameters van de apparatuur?

Hoe draai ik een flensverbinding goed vast? Welke pakking moet ik gebruiken met betrekking tot de parameters van de verbinding? Welk aanhaalmoment moet ik toepassen als ik dat niet heb? Waarmee smeer ik de bevestiger en welk effect heeft dit op het totale aanhaalmoment?"_

Deze en soortgelijke vragen beantwoorden we graag tijdens de assemblagetraining.

Wat betekent gecertificeerde training in EN 1591-4?

De procedure en het testen van flensfitters volgens ČSN EN 1591-4 is goedgekeurd door een onafhankelijke instantie in overeenstemming met EN ISO/IEC 17024:2013 conformiteitsbeoordeling. In Tsjechië is de onafhankelijke goedkeuringsinstantie ČIA (Tsjechisch Instituut voor Accreditatie) en in Slowakije SNAS (Slowaakse Nationale Accreditatiedienst).

ČIA of SNAS geven als certificatie-instelling een keurmerk af waarmee het testlaboratorium zijn eigen certificaat kan stempelen dat wordt afgegeven aan geslaagde afgestudeerden van de installateursopleiding volgens EN 1591-4.

Onze ervaring met deze EN 1591-4 training is gebruikt om de methodologie, procedures en beoordelingscriteria te ontwikkelen voor het testen van externe installateurs voor het begin van de installatiewerkzaamheden (shutdown).

Het belang van het testen van externe installateurs op hun kennis van de basisprocedures voor het monteren van flensverbindingen biedt operators de mogelijkheid om hun competentie te verifiëren voorafgaand aan de montage. In combinatie met het daaropvolgende toezicht op de eigenlijke montage, verhoogt dit ook de verwachte betrouwbaarheid van de flensverbindingen.